Het ontwerp van De Maere wordt over het algemeen toegeschreven aan architect Willem Karel de Wijs. (1884-1964)

Willem Karel de Wijs

De in Rotterdam geboren De Wijs was, na het voltooien van zijn vijfjarige bouwkundestudie in Delft en het behalen van het bijbehorende ingenieursdiploma, enige tijd werkzaam als tekenaar en chef-de-bureau bij verschillende architectenbureaus tot hij in 1911 werd aangesteld als Bouwkundig Ingenieur bij Gemeentewerken Enschede, waar hij tot1916 adjunct-directeur Gemeentewerken was.

In deze functie heeft hij verschillende grote bouwwerken ontworpen en uitgevoerd, waaronder de wijk Pathmos in Enschede (1915-1920). Na 1917 heeft hij als particulier architect verscheidene scholen landhuizen en woning- complexen gebouwd. Zo was hij onder meer verantwoordelijk voor het ont- werp van ‘De Riet’, een wijk in Almelo met gezinswoningen en twee aan twee tegenover elkaar gelegen winkels, die vaak is genoemd als “voorbeeld van de goede volkswoningbouw” en de gelijknamige school ‘De Riet’, een dubbele school voor Openbaar Lager Onderwijs aan de Violierstraat.

De Wijs was een aanhanger van de bouwstroming de Amsterdamse School en werkte samen met zijn zoon en naamgenoot W.K. de Wijs jr. (geb. 1914), bijvoorbeeld aan de Vredeskerk in Enschede (1953), wat weleens voor verwarring tussen beiden gezorgd heeft.

 

Herman Gerard Mos

De bouwtekeningen van De Maere uit 1920 zijn echter ondertekend door H.G. Mos, directeur Gemeentewerken.
Ir. Herman Gerard Mos (1875-1945) was werkzaam als ingenieur bij de gemeente Hilversum in de periode 1907- 1916. Mos volgde in 1916 De Wijs op als directeur van Gemeentewerken in Enschede en was daar werkzaam tot 1934.

Ook Mos ontwierp een aantal gebouwen in de expressieve baksteenarchitectuur van de Amsterdamse school, zoals het Laarescomplex aan de Tulpstraat 65-67 in Enschede, op de hoek met de Rozenstraat, bestaande uit een groot vierkant schoolplein, twee schoolgebouwen en een badhuis. De school werd in 1930 gebouwd om de kinderen van de toestromende fabrieks- arbeiders van onderwijs te voorzien. Het gebouw is aangewezen als gemeentelijk monument. In het Vakblad voor bouwambachten uit 1923 wordt De Maere vermeld, waarbij als architect H.G. Mos wordt genoemd.

Bron: “Cultuurhistorische waardestelling Hogere Textielschool de Maere” (2012), drs. Mascha van Damme en drs. ing. Dirk Baalman in opdracht van Het Oversticht.

Deze site maakt gebruik van cookies. Door het bezoeken van deze site accepteer je het gebruik van cookies.